Overzicht |
Emergo is een tweepersoons abstract spel uitgevonden door Christian Freeling en Ed van Zon in 1986. Het spel maakt deel uit van de familie der 'kolomdamspelen', waarvan ook Bashni en Lasca deel uitmaken. |
Bord |
Emergo wordt gespeeld op de donkere velden van een 9x9 'dambord met donkere hoekvelden. Er zijn twee spelers, Wit en Zwart, en elk heeft 12 schijven van de eigen kleur. Voor beginners, of voor een snel spelletje, kan ook een 7x7 bord gebruikt worden. In dat geval hebben beide spelers 8 schijven. |
Doel |
Het doel van Emergo is tom alle schijven van de tegenstander te vangen. |
Zetten |
Spelers zetten beurtelings, te beginnen met Wit. Het spel kent twee fases: In beide fases is het slaan van schijven van de tegenstander mogelijk. |
Slaan | ||||||||||||
In de loop van het spel ontstaan 'stukken' van schijven op elkaar. De kleur van de bovenste schijf bepaalt de eigenaar van het stuk. Een enkele schijf is een 'stuk van 1'. Een stuk kan een stuk van de tegenstander op een aangrenzend veld slaan als het veld onmiddellijk daarachter vrij is. Het slaan kan in alle vier richtingen: het stuk springt over het stuk van de tegenstander en landt op het vrije veld erachter. De bovenste schijf van het geslagen stuk wordt daarbij als gevangene onder het slaande stuk meegenomen. Als een enkele schijf geslagen wordt is er een stuk minder op het bord. Als het stuk na de eerste sprong de slagzet kan vervolgen in dezelfde of een andere richting (behalve onmiddellijk terug) moet dat gebeuren. Hieronder slaat een witte schijf twee zwarte schijven:
Het volgende diagram illustreert hoe alleen de topschijf van een geslagen stuk wordt meegenomen. De schijf eronder is in dit geval een enkele witte. Deze is 'bevrijd' en kan door wit gebruikt worden:
Slaan is verplicht: indien een speler één of meer stukken van de tegenstander kan slaan moet hij dat doen. Meerslag gaat voor: de speler dient van te voren de route te bepalen die het grootst mogelijke aantal schijven oplevert. Daarbij mag een veld meerdere keren aangedaan worden, en mag een stuk meerdere keren oversprongen worden (dat kan in een 'rondslag').
"Voeren": je tegenspeler dwingen één of meer stukken te slaan heet "voeren". Het is een basistaktiek met een strategisch doel: Het voeren van meerdere schijven aan een stuk van de tegenspeler is de enige manier om een sterk stuk te bouwen. Natuurlijk moet je van tevoren berekenen dat je vervolgens dit stuk kunt bevrijden door de bewaker(s) te slaan! |
Inbrengfase | ||||||
Tijdens de 'inbrengfase' plaatsen de spelers beurtelings een schijf op een vrij veld, onder de volgende condities:
Als gevolg van slagzetten in de inbrengfase, kan en speler nog meerdere schijven 'in de hand' hebben op het moment dat de tegenspeler de laatste schijf inbrengt. In dat geval moet hij de resterende schijven als één stuk inbrengen (onder de gebruikelijke condities). Dit stuk heet het 'schaduwstuk'. Het is geen ongebruikelijk fenomeen: het creëren van een groot schaduwstuk is een strategie die het overwegen altijd waard is, in het bijzonder voor Zwart. |
Zetfase |
Nadat beide spelers alle schijven op het bord hebben geplaatst, begin de 'zetfase'. als een speler in deze fase niet hoeft te slaan, zet hij een eigen stuk naar een aangrenzend veld. |
Einde van het spel |
Het spel eindigt als volgt:
|
Externe links |
|