Go
Overzicht

Go is een tweepersoons bordspel dat meer dan 4000 jaar geleden is ontstaan in China.

Doel

The objective of Go is to have a higher score than your opponent after both players have passed a turn. Your score is the addition of the intersections that your stones are surrounding plus the number of your opponent's stones you have captured.

Bord

Het vierkante bord bestaat uit 19x19 lijnen, resulterend in 361 bordponten. Kleinere borden (13x13 en 9x9) wordem ook gebruikt, met name door beginnende spelers of voor een vluggertje.

Vrijheden en gebied

In Go zijn een aantal basis concepten van kracht: Groepen, vrijheden en gebied:

  • Een groep bestaat uit stenen van dezelfde kleur, die horizontaal of verticaal verbonden zijn:

De witte stenen vormen een enkele groep.
De zwarte stenen bestaan uit twee groepen.

  • Vrijheden zijn vrije bordpunten die horizontaal of verticaal aan een steen of een groep grenzen, zoals de blauw gemarkeerde punten in het diagram:

  • Lege bordpunten die omringd zijn door stenen van één kleur, gelden als gebied van de betreffende speler:

De zes vrije punten linksboven gelden als wit gebied.

De drie vrije punten rechts gelden als zwart gebied.

De zes vrije punten linksonder zijn neutraal: ze zijn niet omringd door stenen van één kleur.

Zetten

Het spel begint op een leeg bord.

De ene speler neemt Zwart, de ander Wit. 

Spelers zetten beurtelings een steen van hun kleur op een vrij punt van het bord. Passen is toegestaan. Zwart begint.

Het zetten van een steen is aan twee restricties onderhevig: de Ko regel en het verbod op zelfmoord zetten.

Slaan

Indien een steen of groep door een zet van de tegenstander z'n laatste vrijheid verliest geldt deze steen of groep als geslagen, en wordt door de slaande speler van het bord genomen, om bij zijn puntentotaal te voegen:

De goep zwarte stenen heeft slechts één vrijheid. Een witte steen op dat punt resulteert in het slaan van de gehele groep. Wit voegt vijf punten toe aan zijn totaal, voor vijf geslagen stenen.

 

Een witte steen op één van de gemarkeerde punten slaat de zwarte groep niet, omdat de groep nog een vrijheid over heeft. Op de volgende zet kan wit de groep echter wel slaan door de laatste vrijheid ervan te bezetten.

 

Zelfmoord zetten

Een steen kan niet op een punt gezet worden waar deze steen, of de groep waar hij van uitmaakt, zelf geen vrijheden heeft, Tenzij het plaatsen van de steen tot gevolg heeft dat een steen of groep van de tegenstander geslagen wordt.

 

Zwart mag niet op de punten met de transparante zwarte stenen zetten, omdat hij dan zelf geen vrijheden heeft.

 

Een witte steen mag echter wel op het punt met de transparante witte steen gezet worden, hoewel de resulterende groep van drie geen vrijheden heeft, omdat de zwarte groep door die zet geslagen wordt. Nadat de zwarte groep van het bord is genomen, heeft de witte groep weer vrijheden.

 

Ko

Een zet mag niet resulteren in een positie die één zet daarvoor ook bestond.

Dit kan gebeuren wanneer een steen wordt geslagen, en de tegenstander door op hetzelfde put te zetten de steen kan slaan die de vorige slag bewerkstelligde.

Wit slaat een enkele zwarte steen. Indien zwart op het zo vrijgekomen punt zou zetten zou de witte steen teruggeslagen worden, resulterend in de oorspronkelijke positie. Een dergelijke herhaling van zetten wordt voorkomen door de Ko regel.

 

Komi en handicap

Om het voordeel van de eerste zet te compenseren krijgt wit een aantal extra punten, komi genaamd. De hoogte van de komi wordt door de spelers vóór aanvang van de partij overeengekomen. De gebruikelijke hoogte ligt tussen 5,5 en 7,5. De halfjes dienen om remise uit te sluiten.

Indien er een groot verschil in speelsterkte bestaat tussen de beide spelers, kan een handicap gebruikt worden om het verschil te compenseren: de zwakkere speler speelt met zwart en mag meerdere stenen plaatsen voordat zijn tegenstander een zet doet. Het aantal handicap stenen wordt door de spelers vóór aanvang van de partij overeengekomen. De gebruikelijke handicaps liggen tussen 2 en 9 stenen. De 9 punten waarover ze verdeeld kunnen worden zijn op het bord aangegeven.

Einde van het spel

Het spel eindigt wanneer beide spelers op opeenvolgende beurten passen.

De spelers bepalen vervolgens welke stenen met zekerheid geslagen zouden worden als het spel door zou gaan. Deze stenen worden "dood" genoemd, en bij de geslagen stenen van de tegenstander gevoegd.

Indien de spelershet oneens zijn over welke stenen dood zijn, wordt het spel hervat.

Als de spelers het eens zijn, wordt van elk het eindtotaal bepaalt. De score bestaat uit drie elementen: het aantal vrije bordpunten dat geheel door een speler's stenen omsloten wordt (zonder aan stenen van de tegenstander te grenzen), het aantal geslagen stenen, inclusief dode stenen van de tegenstander, en, voor wit, de komi punten. Deze bepalen samen de totaal score. De speler met de hoogste score wint.