Alle schaakregels zijn van toepassing, inclusief de rokade en "en passant".
De verschillen met het schaakspel zijn de volgende:
- Een geslagen stuk wordt niet an het bord genomen, maar als gevangene onder het slaande stuk meegenomen.
- Een speler mag een stuk naar een door een eigen stuk bezet veld zetten. In dat geval plaatst hij het stuk net zoals bij het slaan van een stuk van de tegenspeler bovenop het 'geslagen' stuk. Een pion mag bovenop een eigen stuk zetten zoals hij gaat, dwz. een veld recht vooruit, en tot twee velden vanuit z'n beginpositie. Gaat hij twee velden, dan moet het tussenliggende veld vrij zijn. Geen enkel stuk mag op de Magus gezet worden.
- Een kolom bestaat uit een aantal gestapelde stukken, en behoort toe aan de speler wiens kleur bovenop ligt. De kolom zet als dit bovenste stuk. De kolom hoeft niet als geheel verzet te worden: de speler mag ook een deel verzetten. Als een stuk zet mag de kolom daarbij willekeurig opgesplitst worden, waarbij het onderste deel achterblijft. De stukken in het bovenste en onderste deel mogen daarbij niet van volgorde veranderen.
- Als een pion, alleen dan wel als topstuk van een kolom, de achterste rij bereikt, volgt promotie tot het stuk waar de pion in de beginpositie vóór stond. Een pion die binnenin een stuk zit dat op de achterste rij terechtkomt, promoveert niet. Als de speler echter het stuk op de achterste rij bij een zet zo splitst dat de pion daarbij vrij komt, dan promoveert deze als gevolg van die zet.
- De pion die in het begin voor de Magus staat, promoveert tot Helgi, een stuk dat de zetten van Dame en Paard combineert, en het sterkste stuk in Traveli.
- Als een gepromoveerde pion door een tegenspeler geslagen wordt, wordt hij weer gewoon pion.
- Als een pion opnieuw, in een ander stuk, op de beginrij belandt, heeft hij geen recht op een dubbele stap.
Een spel eindigt door schaakmat of pat als in standaard Schaken.
|